Minder kans op lekkages bij darmoperaties met kleurstoftechniek
Een darmoperatie is al spannend genoeg. Gelukkig hebben onderzoekers van het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) ontdekt dat een speciale kleurstof zorgt voor minder kans op lekkages bij een darmoperatie. Dat is goed nieuws voor mensen die een darmoperatie nodig hebben door bijvoorbeeld Lynch of Polyposis.
Wat is een naadlekkage?
Bij een darmoperatie halen artsen een stuk darm weg, bijvoorbeeld vanwege poliepen, een tumor of ontsteking. Daarna maken ze de twee uiteinden weer aan elkaar vast. Op die plek kan soms lekkage ontstaan. Dat noemen we een naadlekkage. Het is een vervelende complicatie die kan zorgen voor extra operaties, een langer verblijf in het ziekenhuis, een stoma of andere gezondheidsproblemen.
Wat is er ontdekt?
Onderzoekers uit 8 ziekenhuizen, waaronder het LUMC, hebben bijna 1.000 mensen onderzocht. Ze ontdekten dat het gebruik van een speciale kleurstof (indocyanine groen) tijdens de operatie helpt om de doorbloeding van de darm beter te zien. De kleurstof wordt via een infuus in het lichaam gebracht en maakt met een speciale camera zichtbaar welke delen van de darm goed doorbloed zijn. Dat helpt artsen om veiliger te werken en zorgt voor minder kans op lekkages bij darmoperaties.
Minder complicaties
Dankzij deze techniek is het aantal naadlekkages bij operaties van de dikke darm en endeldarm met ruim 6% afgenomen. Dat lijkt misschien niet veel, maar voor heel Nederland betekent dat zo’n 450 mensen per jaar een heroperatie en vaak een (tijdelijke) stoma bespaard blijven. “Minder complicaties betekent niet alleen minder operaties, maar ook minder stress, sneller herstel en vaak geen stoma. Dat maakt voor veel mensen een groot verschil,” legt Dr. Denise Hilling van het LUMC uit.
Veilig en voordelig
De kleurstof is veilig en wordt al langer gebruikt in bijvoorbeeld de oogheelkunde. Er zijn geen negatieve bijwerkingen gevonden. Bovendien helpt deze techniek ook om kosten te besparen. Minder heroperaties en kortere ziekenhuisopnames zorgen ervoor dat de zorg betaalbaar blijft. De kleurstof zelf kost ongeveer 100 euro per potje. Daar kunnen meerdere mensen mee geholpen worden.
Waar is het onderzoek gedaan?
Het onderzoek naar minder kans op lekkages bij darmoperaties is uitgevoerd in samenwerking met 8 Nederlandse ziekenhuizen:
- Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC)
- Alrijne Ziekenhuis
- Haaglanden Medisch Centrum
- HagaZiekenhuis
- Catharina Ziekenhuis
- IJsselland Ziekenhuis
- Meander Medisch Centrum
- Jeroen Bosch Ziekenhuis
Wat betekent dit voor jou?
Als je darmkanker hebt of Lynch-syndroom of Polyposis en je moet geopereerd worden, is de kans groot dat jouw arts deze techniek kan gebruiken. Steeds meer ziekenhuizen in Nederland beschikken over de juiste apparatuur en gaan hiermee aan de slag. Het LUMC werkt eraan om deze methode standaard te maken in de regio Leiden-Den Haag én in de landelijke richtlijnen.
Bron: LUMC
Therapeutische communicatie: ‘Woorden maken echt verschil'
Bij kanker draait het niet alleen om lichamelijke klachten. Ook gevoelens als angst, spanning en onzekerheid spelen een grote rol. Verpleegkundige Romara van Noort werkt met mensen die kanker hebben in het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC). Zij past een speciale manier van communiceren toe: Therapeutische Communicatie. Daarmee helpt ze patiënten zich rustiger en zekerder te voelen tijdens hun behandeling.
Veel mensen krijgen een intensieve behandeling, zoals chemotherapie of een stamceltransplantatie. Ze liggen vaak weken in het ziekenhuis. Romara merkt dat woorden veel invloed hebben. “De ene patiënt voelt zich veel angstiger dan de ander. Dat zie je ook terug in hoeveel pijn of stress iemand ervaart,” vertelt ze. “Met mijn woorden kan ik dat deels beïnvloeden. Ik kan mensen niet van hun angst afhelpen, maar ik kan er wél voor zorgen dat ze zich prettiger voelen.”
Kleine veranderingen, groot effect
Bepaalde woorden roepen spanning op. Denk aan ‘prikken’ of ‘zware chemo’. Romara kiest daarom voor andere woorden. Ze zegt bijvoorbeeld: “Ik kom u medicatie geven” of “U krijgt een sterke chemo.” Ook geeft ze informatie op een manier die vertrouwen uitstraalt. In plaats van: “Ik hoop dat dit helpt,” zegt ze liever: “Bij de meeste mensen werkt dit goed.” Zulke zinnen maken echt verschil in hoe iemand een behandeling beleeft.
Training Therapeutische Communicatie
Romara volgde een training Therapeutische Communicatie via het LUMC. Met een VR-bril kon ze ervaren hoe het voelt om patiënt te zijn. Ze zag hoe groot het verschil is tussen gewone communicatie en therapeutische communicatie. “In het tweede filmpje werd de patiënt echt gezien. Dat gaf rust en vertrouwen. Dat gevoel gun ik al mijn patiënten.”
Empathie met juiste communicatie
Zorgverleners willen graag meeleven met hun patiënten. Toch is het belangrijk om daar goed in te doseren. Romara zegt: “Als je zegt ‘ja, dit is spannend’, bevestig je dat het eng is. Daarmee maak je het gevoel misschien nog sterker. Het is beter om rust uit te stralen. Bijvoorbeeld door te zeggen: ‘De meeste mensen vinden het snel voorbij gaan.’”
Goed voor patiënt én herstel
Romara past deze manier van communiceren toe bij alle patiënten. Vooral bij mensen die veel spanning voelen, ziet ze verschil. Ze hoopt dat meer zorgverleners deze methode leren. “Als we allemaal bewuster communiceren, voelen mensen zich veiliger en sterker. Dat helpt niet alleen tijdens het verblijf in het ziekenhuis, maar ook bij het herstel.”
Bron: Contactblad Lynch Polyposis, maart 2025
Zekerheid bij Lynch: baanbrekend DNA-onderzoek
Het Lynch syndroom is een erfelijke aandoening die de kans op darmkanker sterk verhoogt. In veel gevallen is via DNA-onderzoek duidelijk vast te stellen of iemand drager is. Maar bij subtiele veranderingen in het gen is het veel lastiger. Er is dan niet met zekerheid vast te stellen of iemand Lynch heeft. Dat zorgt voor langdurige onzekerheid. Niet alleen voor degene die Lynch heeft, maar ook voor diens familie en kinderen.
Wetenschapper Dr. Niels de Wind, verbonden aan de afdeling Humane Genetica van het Leids Universitair Medisch Centrum, wil daar verandering in brengen. Al meer dan 25 jaar onderzoekt hij hoe fouten in het DNA leiden tot kanker en hoe een cel die fouten probeert te herstellen. “Het is fascinerend hoe complex en slim een cel werkt,” zegt De Wind. “Maar het mooiste is: met mijn werk kan ik echt het verschil maken voor mensen.”
Meer zekerheid bij Lynch
Met steun van MDL Fonds ontwikkelde De Wind een innovatieve reageerbuistechniek. Daarmee kan in 90% van de gevallen worden vastgesteld of een subtiele gen-verandering wel of niet leidt tot het Lynch-syndroom. Dat is een enorme stap vooruit, maar nog niet genoeg.
“Die 10% onzekerheid willen we terugbrengen naar vrijwel nul,” vertelt De Wind. In zijn nieuwe onderzoek kweekt hij miljoenen menselijke cellen, die elk een andere subtiele genverandering bevatten. Door te onderzoeken welke van die veranderingen daadwerkelijk ziekteverwekkend zijn, ontstaat een nauwkeurige catalogus. Artsen kunnen die straks gebruiken om veel sneller en betrouwbaarder een diagnose te stellen.
Twee technieken, bijna volledige zekerheid
Door de reageerbuismethode te combineren met de celkweek-catalogus, kan De Wind straks met vrijwel volledige zekerheid zeggen of iemand het Lynch syndroom heeft. Dat betekent: duidelijkheid voor duizenden mensen in Nederland die nu nog in onzekerheid leven. En natuurlijk ook voor hun familie.
Bron: Contactblad Lynch Polyposis, december 2024
De invloed van eten op je brein
Veel mensen merken dat ze zich beter voelen wanneer ze gezonder gaan eten. Maar hoe werkt dat precies? Wat is de invloed van eten op je brein? Het antwoord begint in je buik, bij de miljarden bacteriën die in je darmen leven. Die kleine bewoners spelen een veel grotere rol dan je misschien denkt.
Iedereen kent het gevoel van kriebels in de buik bij spanning of verliefdheid. Of het ongemak in je darmen als je zenuwachtig bent. Dat komt omdat je hersenen en je darmen voortdurend met elkaar in gesprek zijn. Ze doen dat via het zenuwstelsel, maar ook via stoffen die in je darmen worden aangemaakt. Dit gebeurt zonder dat je je daar bewust van bent.
Een belangrijke rol in die communicatie wordt gespeeld door het darmmicrobioom. De biljoenen bacteriën in je darmen vormen samen met virussen, gisten en schimmels dit microbioom. Dit beïnvloedt niet alleen de gezondheid van je darmen. Het heeft ook invloed op je stemming, je afweer en je algehele gevoel van welzijn.
Gezonde darmen geven veerkracht
Als je eetpatroon in balans is en je leeft op een manier die bij je lichaam past, ontstaat er een evenwicht in je darmmicrobioom. Gezonde bacteriën kunnen zich beter ontwikkelen en schadelijke bacteriën krijgen minder kans. Deze goede bacteriën zorgen voor een sterke darmwand die ongewenste indringers buiten houdt. Ze helpen het immuunsysteem om rustig te blijven, zodat het alleen reageert wanneer dat echt nodig is.
Dat heeft gevolgen voor hoe je je voelt. Want een lichaam dat in evenwicht is, voelt veerkrachtiger. Je hebt meer energie, je spijsvertering verloopt soepeler en je ervaart meer rust.
Wetenschappelijk onderzoek laat zien dat veranderingen in het darmmicrobioom invloed kunnen hebben op gedrag en stemming. Bij proeven met dieren werden angstige muizen bijvoorbeeld rustiger nadat hun darmflora was aangepast. Ook bij mensen zijn er aanwijzingen dat bepaalde bacteriën kunnen bijdragen aan een positievere stemming of minder angstgevoelens.
De samenwerking tussen darmen en hersenen is intens en voortdurend. Daarom is het eigenlijk niet zo vreemd dat we geestelijke en lichamelijke gezondheid niet los van elkaar kunnen zien.
Ontstekingen en stemming
Bij langdurige stress of een somber gevoel ontstaan er soms laaggradige ontstekingen in het lichaam. Je merkt daar meestal niets van, maar ze kunnen wel effect hebben op hoe je je voelt. Een voorbeeld daarvan is de manier waarop het lichaam met de stof tryptofaan omgaat. Tryptofaan is nodig om serotonine aan te maken, een stof die helpt bij het ervaren van een goed humeur. Bij deze stille ontstekingen wordt minder tryptofaan omgezet in serotonine, wat kan bijdragen aan een somber gevoel.
Het slikken van extra tryptofaan blijkt niet te helpen, maar voeding kan hier wel verschil maken.
Een voedingspatroon rijk aan vezels, gezonde vetten en voldoende vocht heeft een gunstig effect op ontstekingen in het lichaam. Het helpt bovendien om het darmmicrobioom in balans te houden. Daarmee ondersteun je niet alleen je lichamelijke gezondheid, maar ook je stemming.
Wat kun je doen?
- Kies zo veel mogelijk voor verse, onbewerkte producten
- Vermijd kant-en-klare producten uit zakjes en pakjes
- Eet veel groente en fruit
- Voeg regelmatig peulvruchten en volkoren granen toe aan je maaltijd
- Eet vis, vooral vette vissoorten
- Gebruik olijfolie als basis voor je gerechten
- Kies voor gefermenteerde producten zoals zure zuivel of zuurkool
- Drink voldoende water en beperk alcohol
Deze manier van eten voedt je lichaam én je darmbacteriën. Die maken op hun beurt weer stoffen aan die invloed hebben op je hersenen, zoals serotonine en dopamine. Deze gelukshormonen worden grotendeels in je darmen geproduceerd.
Invloed van eten op je brein
Wat je eet, heeft invloed op hoe je je voelt. Niet alleen fysiek, maar ook mentaal. Je darmen en hersenen werken nauw samen. Een gezond darmmicrobioom kan bijdragen aan een betere stemming, een rustigere buik en meer balans in je dagelijks leven.
Door bewust te kiezen voor voeding die je lichaam ondersteunt, geef je jezelf een krachtig cadeau. Je zorgt niet alleen voor je spijsvertering, maar ook voor rust in je hoofd en ruimte om je goed te voelen. Want goed voor jezelf zorgen begint van binnenuit.
Nadia (32) heeft Lynch en woont samen samen Michael
“Er komt veel darm- en baarmoederkanker voor in de familie van mijn moeder. Toen ik tien jaar was liet mijn moeder haar baarmoeder preventief verwijderen. Ik was er nooit zo mee bezig, ‘wat niet weet, wat niet deert’. Pas toen ik 29 was liet ik mij voor het eerst testen op Lynch,, op aandringen van mijn moeder en zus, die allebei drager zijn.
Het was tijdens coronatijd, en ik kreeg over de telefoon te horen dat ik ook drager ben, dat was wel even verdrietig; ik had hoop de dans te ontspringen. Tijdens een controle zijn er drie poliepen verwijderd. Voor ieder onderzoek lukt het mij de knop om te zetten, dan valt het reuze mee. Ik vind het spannend, maar het beheerst mijn leven gelukkig niet. Mijn vriend en ik hebben op dit moment geen kinderwens, ik ben mij bewust van de risico’s; ik heb vijftig procent om Lynch over te dragen.
Ik ben blij dat ik mij uiteindelijk wél heb laten testen, anders had ik nu toch nog steeds met vragen rondgelopen, het weten geeft ergens ook rust, ook omdat ik onder controle sta en alles goed in de gaten wordt gehouden, zodat ik er op tijd bij ben als er iets mis is. Daar ben ik heel blij mee. Ik
Ik hoop dat er meer bekendheid komt rondom Lynch, mensen weten nu nog vaak niet wat het is en wat het betekent om drager te zijn. Hopelijk inspireert het families waarin veel kanker voorkomt ook om zich te laten testen, want kanker voorkomen is beter dan genezen. Meer bekendheid zorgt ook voor meer en betere behandelmethodes, de ontwikkelingen in de medische wereld bieden een goed vooruitzicht voor de toekomst van Lynch patiënten.
Sinds ik Lynch heb leef ik heel bewust in het nu. Ik geniet van kleine dingen en ik maak me minder snel druk. Mijn vriend is een grote steun, hij neemt verlof op als ik onderzoeken heb, hij brengt en haalt mee en thuis praten we er veel over. Als hij details wil weten over bijvoorbeeld een endoscopie, en ik heb even geen zin om het erover te hebben, praat hij met mijn moeder. Ik kan er zelf ook goed over praten met haar, we weten allebei hoe het voelt en kunnen ons verplaatsen in de ander. In die zin heeft Lynch ook voor meer verbondenheid gezorgd, ook met mijn zus.”
Slimme bloedtest Lynch-syndroom in ontwikkeling
Er is goed nieuws voor mensen met het Lynch-syndroom. Wetenschappers werken aan een nieuwe slimme bloedtest die darmkanker in een vroeg stadium kan opsporen. Deze test heet een liquid biopsy en wordt op dit moment nader onderzocht. Wanneer dit onderzoek positieve resultaten oplevert, hebben mensen met Lynch minder of geen inwendige darmonderzoeken (coloscopie) nodig.
Wat is een liquid biopsy?
Een liquid biopsy is een bloedtest. De test kijkt naar kleine stukjes DNA in het bloed. Die stukjes komen van cellen die afsterven. Bij mensen met kanker zitten er speciale afwijkingen in het DNA van kankercellen (ctDNA). De test zoekt naar deze afwijkingen. Zo kunnen artsen kanker in een vroeg stadium opsporen, zonder dat een ingrijpend onderzoek nodig is.
SMART-onderzoek
In 2023 deed onderzoeker Ellis Eikenboom een eerste studie. Zij vergeleek bloed van mensen met en zonder darmpoliepen of darmkanker. Deze studie is het begin van een groter onderzoek: het SMART-onderzoek. Dit onderzoek wordt gesteund door KWF Kankerbestrijding. Wetenschappers van verschillende ziekenhuizen werken samen: Erasmus MC, TU Delft, Amsterdam UMC en LUMC.
Het onderzoek heeft drie delen:
- Model maken dat tumor-DNA herkent
Ze onderzoeken bloed van mensen met uitgezaaide darmkanker om een computermodel te maken dat tumor-DNA kan herkennen. - Test verbeteren
Ze zoeken uit welke metingen het beste werken om ctDNA op te sporen. Ook kijken ze of de test kankercellen kan vinden die na een operatie zijn achtergebleven. - Vroege opsporing bij Lynch-dragers
Ze onderzoeken of de test geschikt is om kanker vroeg op te sporen bij mensen met het Lynch-syndroom, nog voordat er klachten zijn of iets te zien is op andere onderzoeken.
Waarom een slimme bloedtest Lynch-syndroom?
Mensen met het Lynch-syndroom moeten vaak darmonderzoek laten doen. Dat vinden veel mensen zwaar of vervelend. Een slimme bloedtest Lynch-syndroom zou een grote verbetering zijn. Het SMART-onderzoek bekijkt of de test helpt om kanker eerder, makkelijker en betrouwbaarder te vinden. Misschien kan de test in de toekomst ook andere soorten kanker vroeg ontdekken bij mensen met het Lynch-syndroom.
Helpen met het onderzoek
Voor het volgende deel van het onderzoek zoeken de wetenschappers mensen met het Lynch-syndroom die pas de diagnose (darm)kanker hebben gekregen en nog niet zijn behandeld. Zij kunnen bloed geven voor verder onderzoek naar ctDNA. De eerste deelnemers worden gezocht via het Erasmus MC en het LUMC. Later kunnen misschien ook andere ziekenhuizen meedoen. Door mee te doen, helpen deelnemers aan een toekomst met minder belastende en betere controles.
Wil je meer informatie of heb je vragen over het onderzoek, dan kun je terecht bij Lotte van Leeuwen: l.vanleeuwen@erasmusmc.nl.
Bron: Contactblad Lynch Polyposis december 2024
Baanbrekend onderzoek vaccinatie Lynch-syndroom.
28 maart 2025
Onderzoekers van het RadboudUMC te Nijmegen starten begin 2026 met het testen van een baanbrekend vaccin dat darmkanker kan voorkomen bij mensen met het Lynch-syndroom. Dankzij een unieke aanpak wordt het immuunsysteem getraind om pre-kankercellen op te sporen en op te ruimen voordat ze kwaadaardig worden.
Verhoogde kans op kanker bij Lynch
Mensen met het Lynch-syndroom hebben een fors verhoogde kans op vooral darm- en baarmoederkanker. Ongeveer 4 procent van de darmtumoren ontstaat door dit syndroom. Dit gaat om zo’n 500 mensen per jaar. Op basis van kennis over de meest voorkomende DNA-mutaties, heeft prof. Jolanda de Vries (Radboudumc) een vaccin ontwikkeld dat ons eigen afweersysteem wijst op ‘pre-kankercellen’ met deze mutaties. Ze hoopt daarmee het ontstaan van kanker in de kiem te smoren.
Dit onderzoek brengt ons dichter bij een wereld waarin kanker niet alleen behandeld, maar daadwerkelijk voorkomen kan worden. Een enorme stap vooruit in de medische wetenschap en een lichtpuntje voor mensen met een erfelijk verhoogd risico op kanker.
Onderzoek vaccinatie Lynch-syndroom
In tegenstelling tot bekende vaccins, zoals griep-, HPV- of BMR-vaccins, worden in dit geval geen ziekteverwekkers of andere lichaamsvreemde stoffen geïnjecteerd. Prof. De Vries legt uit: “Overal in ons lichaam zitten bepaalde immuuncellen, dendritische cellen, die andere immuuncellen aan kunnen sturen. Die dendritische cellen halen wij uit het bloed van de patiënt en we trainen ze buiten het lichaam, en geven ze informatie mee over de mutaties. Als een soort vaccin geven we de getrainde dendritische cellen terug aan het lichaam. Daar geven ze hun nieuwe kennis door aan andere immuuncellen, zodat die in staat zijn de cellen met de mutaties aan te pakken.’
In een eerste onderzoek, dat net is afgerond, zagen prof. De Vries en haar team potentie in de techniek én de toepassing. Maar het is moeilijk te meten of je iets voorkomt dat niet gegarandeerd gebeurt (niet iedereen met Lynch krijgt kanker). “We zagen dat, áls we het immuunsysteem zo ver kregen om te reageren op die pre-kankercellen, dat patiënten dan zelfs na 10 jaar nog geen kanker hadden. En of die immuunreactie er is, dat kunnen we wél meten.”
3 miljoen voor grootschalige aanpak
De eerste resultaten rechtvaardigen een vervolgonderzoek dat niet alleen kijkt naar de werking van het vaccin, maar ook naar het opschalen van de aanpak. Het vaccin is namelijk niet eenvoudig in grote hoeveelheden te produceren: per patiënt moeten eigen dendritische cellen worden getraind. De opzet van die logistiek is een belangrijk onderdeel van het omvangrijke onderzoek waar KWF groen licht voor gaf met een financiering van ruim 3,3 miljoen euro. “De PIPELINE-call van KWF sloot mooi aan bij onze ambitie om dit groots te implementeren. Het stukje marktautorisatie helpt ons daarbij ook om dit écht dichter bij de patiënt te kunnen brengen.”
Eerste prik in 2026
Begin volgend jaar krijgen de deelnemers hun eerste vaccinatie. Hiervoor worden 23 patiënten met de juiste mutaties geselecteerd. De verwachting is dat minimaal 40% van hen een immuunreactie ontwikkelt, en kanker voorkomen wordt. Bij positieve resultaten durft prof. De Vries voorzichtig optimistisch verder te kijken dan de groep patiënten die zij nu gaat behandelen: bijvoorbeeld naar kinderen met CMMRD, een zeldzame vorm van het Lynch-syndroom. Ook deze variant is mogelijk geschikt voor preventieve vaccinatie vanwege het voorspelbare karakter van de mutaties.
Jolanda de Vries werkt in het onderzoek samen met onder andere prof. dr. Nicoline Hoogerbrugge (genetica), dr. Tanya Bisseling (gastro-enterologie). Beiden zitten in de Raad van Advies van de Stichting Lynch Polyposis. Ook dr. Gerty Schreibelt (immunologie), dr. Anna de Goede (farmacie) en professionals met verstand van de geneesmiddelenmarkt en wet- en regelgeving.
Bron: www.kwf.nl/onderzoek
Invloed van voeding en leefstijl op darmkanker
Wat is de invloed van voeding en leefstijl op darmkanker? Dit is een vraag waarop wetenschappers wereldwijd al jarenlang onderzoek doen. Het World Cancer Research Fund (WCRF) heeft tussen 1997 en 2007 duizenden studies geanalyseerd en samengevoegd. De resultaten van meer dan 10.000 epidemiologische studies tonen aan dat er een duidelijk verband is tussen voeding en het risico op darmkanker. Dr. Fränzel van Duijnhoven van de Wageningen University & Research vertelde er meer over tijdens onze contactdag.
Factoren die het risico op darmkanker verlagen
Plantaardige voeding en vezels
Voedingsvezels dragen bij aan een gezonde spijsvertering en verlagen de kans op darmkanker. Plantaardige voeding bevat bovendien veel gezonde stoffen zoals antioxidanten, die het lichaam beschermen tegen schadelijke invloeden.
Advies:
- Eet dagelijks minimaal 30 gram voedingsvezels uit volkorenproducten, groenten, fruit, noten en peulvruchten.
- Zorg voor minimaal 250 gram groenten en twee porties fruit per dag.
- Voeg wekelijks peulvruchten toe aan het dieet.
Zuivel
Zuivelproducten zijn rijk aan calcium, wat mogelijk beschermend werkt tegen darmkanker. Calcium neutraliseert schadelijke zuren in de darm en remt ongewenste celdeling.
Advies:
- Neem dagelijks 2-3 porties zuivel, zoals melk, yoghurt, karnemelk, kaas of kwark.
Beweging
Regelmatige lichaamsbeweging helpt bij het behouden van een gezond gewicht en verlaagt het risico op overgewicht-gerelateerde kankersoorten.
Advies:
- Beweeg dagelijks minstens 30 minuten.
- Maak beweging onderdeel van je dagelijkse routine: neem de trap, ga wandelen of fiets naar het werk.
- Vermijd langdurig zitten en wissel zittende activiteiten af met beweging.
Factoren die het risico op darmkanker verhogen
Overgewicht en obesitas
Een hoog lichaamsvetpercentage verhoogt het risico op ontstekingen in het lichaam, wat de kans op kanker vergroot. Overgewicht beïnvloedt de insulinehuishouding, waardoor de bloedsuikerspiegel stijgt en ontstekingsreacties worden gestimuleerd.
Advies:
- Streef naar een gezond gewicht met een BMI tussen 18,5 en 25.
- Vermijd vetopslag rondom de buik, omdat dit het risico verder verhoogt.
- Zorg voor een actieve leefstijl en een gebalanceerd voedingspatroon.
Rood en bewerkt vlees
Het eten van veel rood en bewerkt vlees verhoogt de kans op darmkanker. Bewerkt vlees (zoals worst, vleeswaren en hamburgers) bevat stoffen die door zouten, roken en fermenteren zijn toegevoegd, wat schadelijk kan zijn voor de darmwand. Daarnaast bevat rood vlees veel heemijzer, wat de darmwand kan beschadigen.
Advies:
- Beperk de inname van rood vlees tot maximaal 350-500 gram per week.
- Vermijd bewerkt vlees zoveel mogelijk.
- Bereid vlees op lagere temperaturen om de vorming van schadelijke stoffen te minimaliseren.
Alcohol
Alcohol verhoogt het risico op kanker door DNA-schade aan de cellen. Bovendien bevat alcohol veel calorieën, wat bijdraagt aan overgewicht en daarmee het risico op kanker verder vergroot.
Advies:
- Drink bij voorkeur geen alcohol of beperk het tot een minimale hoeveelheid.
Voedingssupplementen: wel of niet?
Er is geen wetenschappelijk bewijs dat voedingssupplementen kanker kunnen voorkomen. Het is belangrijk om essentiële voedingsstoffen uit natuurlijke voeding te halen en niet uit supplementen.
Vitamine D is een uitzondering, dit wordt aanbevolen voor:
- Mensen met een getinte huid.
- Vrouwen boven de 50 jaar.
- Ouderen en zwangere vrouwen.
Richtlijnen voor een gezonde leefstijl
Op basis van de verzamelde wetenschappelijke gegevens zijn er richtlijnen opgesteld om het risico op kanker te verkleinen. In Nederland zijn deze richtlijnen samengesteld door het Wereld Kanker Fonds (WKOF). De tien belangrijkste aanbevelingen zijn te vinden op hun website.
Wil je meer informatie over voeding tijdens en na kankerbehandelingen? Bezoek dan Voeding & Kankerinfo voor betrouwbare adviezen en antwoorden op veelgestelde vragen.
Bron: Contactblad december 2023
Marloes (35), teamleider Remote Service, is verloofd met Michael (44)
“Ik was net 35 jaar toen ik de diagnose endeldarmkanker kreeg. Het duurde één jaar voor ik in het ziekenhuis terecht kon. Ik wist dat er iets niet klopte toen ik bloed in mijn ontlasting had, maar er was geen dokter die een darmonderzoek wilde doen of het echt serieus nam. Ik kreeg te horen dat het aambeien waren, dat ik meer water moest drinken en meer vezels moest eten. Ik kwam uiteindelijk uit bij een homeopatische arts in Duitsland, die de diagnose endeldarmkanker stelde. De huisarts gaf hier verder geen spoed aan en ik kwam overal op wachtlijsten terecht. Pas na veel rondbellen en aandringen kreeg ik alsnog een versneld onderzoek via de zorgverzekeraar, in een onafhankelijke kliniek in Lelystad. Toen pas kreeg ik de officiële diagnose: endeldarmkanker stadium 3. Via de kliniek werd ik doorverwezen naar mijn lokale ziekenhuis en zij hebben mij doorverwezen naar een klinisch geneticus in verband met het vermoeden van een erfelijke aandoening. Zo ontdekte ik dat ik drager ben van het Lynch Syndroom. In het ziekenhuis waar ik werd behandeld, kon ik meedoen aan een studie. Aangezien mijn oncoloog een verdacht plekje zag op de MRI, moest ik geopereerd worden. Dit verdachte plekje kon een uitzaaiing zijn. Gelukkig bleek dit geen uitzaaiing te zijn, maar endometriose. Het voelde als een opluchting om te weten dat het geen pure pech was, maar een erfelijke ziekte.
Tot nu toe lag de focus vooral op de kanker en het beter worden, dat kost erg veel energie - daardoor heb ik voornamelijk op een overlevingsstand geleefd.
Mijn advies voor iedereen die merkt dat er iets niet klopt met je gezondheid: blijf goed naar je eigen lichaam luisteren en wees niet bang om een second opinion aan te vragen. Je moet goed voor jezelf opkomen, anders schiet het niet op. Het zou helpen als huisartsen meer weten over Lynch zodat ze bij patiënten beter kunnen doorvragen. Ook zou het goed zijn als huisartsen bevoegd zouden zijn om echo’s te maken, nu moet je met klachten drie tot vier maanden wachten voor je aan de beurt bent voor een simpel onderzoek op de Maag Darm Lever afdeling van het ziekenhuis. Dat is veel te lang als je kanker hebt of Lynch drager bent en darmklachten hebt.
Op de nasleep van kanker kan niemand je helaas voorbereiden. Mijn laatste immunotherapie tegen de kanker was in oktober 2024, sindsdien ben ik schoon. Ik ben nog steeds heel moe van alles en kan nauwelijks werken. Ik blijf onder controle; ik heb nu om de vier maanden een scopie. Daarbij is de kans op baarmoederkanker door Lynch nu 15 tot 55 procent; hiervoor heb ik jaarlijks een controle.
Omdat ik door de kanker niet meer voor mezelf kon zorgen, moest ik weer bij mijn ouders gaan wonen. Ik wil heel graag weer re-integreren in het leven en ik ben daar nu al sinds oktober 2024 mee bezig; het duurt lang. Hiervoor was ik altijd veel aan het sporten, tegenwoordig sta ik na een kwartiertje in de gym alweer uitgeput buiten. Ik geniet vooral van de kleine dingen in het leven, zoals mijn neefje van bijna twee jaar, die mij veel energie geeft. Mijn verloofde woont in de VS, hij vroeg mij ten huwelijk en toen bleek twee weken later dat ik kanker had. Als ik straks hopelijk weer helemaal gezond ben, gaan we alsnog trouwen. Tot die tijd bezoekt hij mij iedere maand. Ik wil niet in de achteruitkijkspiegel kijken, maar vooruit, naar een betere toekomst.”
Zahra (29) heeft FAP, en vertelt haar ervaring
Ik ben Zahra, 29 jaar. Ik ben opgegroeid in Amsterdam, waar ik 18 jaar met plezier heb gewoond samen met mijn moeder. Na 18 jaar zijn we vertrokken naar Amstelveen, en daar woon ik nu nog steeds. Gelukkig ligt het centrum van Amsterdam relatief dichtbij, dus ik wandel of fiets er regelmatig naartoe.
Ik ben dol op wandelen en geniet ervan om met mooi weer lange wandeltochten te maken. Niet alleen naar het centrum van Amsterdam maar ook naar Utrecht of het strand, om mezelf daarna te belonen met een uitgebreide maaltijd. Naast wandelen is eten ook een van mijn grote liefdes! Behalve wandelen, maak ik ook graag fietsvakanties. Vorig jaar ging mijn reis naar Berlijn, maar ik heb ook meerdere keren bestemmingen als Luxemburg, Bern en Dresden verkend.
Van studeren naar een baan
Na mijn afstuderen als applicatie- en mediaontwikkelaar, vond ik mijn weg in de marketingsector. Nu werk ik al bijna vijf jaar bij een marketingbureau als online marketeer. Mijn werk draait om het oplossen van technische vraagstukken en het bieden van ondersteuning. Daarnaast beheer ik online campagnes en gebruik ik sociale media om merken te promoten. Het analyseren van problemen en het vinden van oplossingen is iets waar ik echt van geniet.
De diagnose: mijn moeders ziekte en mijn eigen testresultaten
In september 2018 kwam ik erachter dat ik FAP heb. Dit ontdekte ik enkele maanden nadat mijn moeder de diagnose kreeg. Haar darmkanker werd ontdekt tijdens een bevolkingsonderzoek op 1 september 2017. De artsen vonden toen veel poliepen en een kwaadaardige tumor. Twee maanden later onderging mijn moeder een operatie waarbij haar dikke darm werd verwijderd en een stoma werd gemaakt. In mei 2018 bleek uit een bloedonderzoek dat zij FAP had. Omdat zij de eerste in de familie was bij wie dit ontdekt werd, moesten ook haar broers getest worden, maar die testten negatief. Ook ik onderging een bloedonderzoek in augustus. En een maand erna, in september 2018, bleek dat ook ik een drager van FAP ben. Mijn eerste coloscopie volgde ongeveer een maand later. Aangezien mijn opa en oma geen darmkanker hebben gehad en aan ouderdom zijn overleden, is het onwaarschijnlijk dat een van hen de aandoening had. Mijn moeder is dus de eerste in de familie met FAP.
De impact van de diagnose op mijn leven
De diagnose was een enorme shock voor me. Ik zag mijn moeder ziek worden en onderging zelf een rollercoaster van emoties. Mijn moeder probeerde zich groot te houden voor mij en praatte er weinig over, maar ik zag wat de operatie en chemotherapie met haar deden. Daardoor ging het ook niet goed met mij en was ik vaak afwezig van school. Ik probeerde me tegelijkertijd ook groot te houden voor mijn moeder en vertelde haar niet echt hoe ik me voelde. Ik vond het niet fijn om op school te zijn en ik kon me niet meer goed concentreren. Thuis was het ook moeilijk omdat ik mijn moeder zo ziek zag. De enige plek waar ik me veilig voelde, was in bed. Uitgeput en vermoeid door het verdriet.
Deze periode van mijn moeders chemotherapie was ook de reden voor mijn switch naar marketing. Ik had veel lesstof gemist en was de passie compleet verloren die ik ooit had voor mijn studie. Ook ontbraken er delen van mijn kennis door mijn afwezigheid. Mijn studiebegeleiders waren erg begripvol en lieten mij tijdens mijn stageperiode bij twee verschillende bedrijven stage lopen, die mij een ander perspectief gaven dan mijn studie. Deze verandering gaf me weer wat energie. Ik voelde me fijn bij mijn tweede stageplek, een heel leuk marketingbureau. Ik behaalde gelukkig wel mijn diploma en kon gelijk aan het werk bij het marketingbureau, waar ik vandaag de dag nog steeds werkzaam ben!
Moeilijke gesprekken en zoeken naar ondersteuning
Mijn moeder en ik praten nog steeds weinig over die periode, die nu dus ongeveer 6 jaar geleden is. Dat vinden we lastig. M’n moeder had het zwaar tijdens haar chemotherapie. Ze had onder andere enorm veel pijn aan haar voeten en handen en kon niks aanraken omdat elke aanraking pijn deed. Ook was ze super zwak en had ze geen energie meer.
Laatst vertelde mijn allerliefste moeder dat wanneer ik ongeveer thuis zou komen van school, zij wilde doen alsof het wél goed met haar ging. Om mij zo een beter gevoel te geven. Het enige wat zij kon aanraken was lauwwarm water. Dus elke keer als ik thuis kwam van school, stond ze in de keuken, steunend tegen het aanrecht, met haar handen in het afwaswater gedompeld. Te doen alsof ze vrolijk aan het afwassen was. Maar we wisten allebei dat dat niet zo was. Ik ging altijd vrij snel naar boven, naar mijn slaapkamer. Ik was uitgeput van het verdriet om mijn moeder zo te zien. Ik voelde me alleen veilig in bed. Onder de dekens.
Die tijd heeft diepe sporen achtergelaten, en ook nu nog praten we er weinig over. Het is moeilijk, maar we beseffen allebei dat het belangrijk is om erover te praten en overwegen daarom hulp te zoeken bij een therapeut. Die ons een handje kan helpen hierbij.
Vooruitkijken: gezond leven en mentale voorbereiding Sinds de diagnose ben ik bewuster bezig met mijn gezondheid en doe ik vooral dingen die ik leuk vind. Mijn kijk op het leven is niet veranderd, maar als persoon ben ik wel veranderd. Ik denk niet veel na over FAP, tenzij ik eraan herinnerd word. Mijn moeder is nu meer dan vijf jaar kankervrij, dus zij hoeft niet meer zo vaak naar het ziekenhuis. Wel heeft ze nog elke twee tot drie jaar een scopie ter controle. Ik heb ook elke twee jaar een coloscopie, dus ik hoef niet heel vaak aan dit onderwerp te denken.
Omdat mijn moeders situatie ineens van 0 naar 100 ging, was ik in het begin vooral verward. Ik wist niet hoe mijn toekomst eruit zou zien. Nu bereid ik me mentaal voor op het ergste, een stoma. Iets waar ik echt tegenop zie. Om eraan te wennen, volg ik nu Instagram-accounts van mensen die een stoma hebben. Dit helpt me om meer vertrouwd te raken met het idee. Mocht het voor mij tijd worden, dan ben ik voorbereid.
Angst voor de toekomst
Maar ik heb ook nog angst. Omdat ik van wandelen, fietsen en buiten zijn houd, ben ik bang voor de ongemakken die ik zal ervaren met een pouch of stoma. Nu is het al lastig om op fietsvakanties of kilometerslange hikes toiletten te vinden waar ik mijn blaas kan legen, dus kan ik het best lang ophouden. Maar met een pouch of stoma zal dat moeilijker zijn.
Toch probeer ik me voor te stellen dat ik ook met een stoma mijn passies kan blijven volgen. Mocht het zover komen, vind ik hopelijk een manier om hiermee om te gaan en te blijven genieten van mijn wandelingen en fietsvakanties.
Het belang van praten
Ik heb gemerkt dat praten belangrijk is, ook om het verdriet te verwerken. Mijn moeder en ik vinden het van nature moeilijk om over gevoelige onderwerpen te praten, dus hebben we afgesproken om ondersteuning te zoeken, bijvoorbeeld bij een therapeut. We moeten nog vervolgstappen zetten, maar de eerste stap is gezet: we hebben naar elkaar uitgesproken dat we hier moeite mee hebben en dat het belangrijk is om erover te praten.
Mijn conclusie
Hoewel de diagnose FAP een grote impact op mijn leven heeft gehad, heb ik geleerd om bewuster te leven en mijn gezondheid serieus te nemen. Ik ben dankbaar voor de steun van mijn moeder en onze gedeelde kracht om door te gaan, ondanks de uitdagingen die op ons pad komen