Berichten

Onderzoek darmkanker surveillance op maat bij Lynch-syndroom

Het ingediende onderzoeksvoorstel van dr. Veerle Coupe van het Amsterdam UMC ontvangt subsidie van de Maag Lever Darm Stichting (MLDS). In dit project wordt onderzocht of het mogelijk is om de surveillance (het toezicht op de risicogroep via tweejaarlijks onderzoek) van mensen met het Lynch-syndroom af te stemmen op het individuele risico.  Dit betekent dat mensen met een laag risico minder vaak een kijkonderzoek ondergaan dan mensen met een hoog risico.

In Nederland zijn er zo’n 10.000 mensen met Lynch syndroom, een afwijking in het DNA. Zij hebben een kans van 70% om darmkanker te krijgen en ondergaan daarom vanaf jonge leeftijd elke twee jaar een kijkonderzoek van de darm. Dat is erg belastend en voor een deel van deze mensen niet nodig. Daarnaast levert het hoge kosten op voor de zorg.

Wetenschappelijk onderzoek laat zien dat niet iedereen met Lynch syndroom hetzelfde risico heeft om darmkanker te krijgen. Dit is afhankelijk van de soort DNA-afwijking. Dr. Veerle Coupe zal met het project onderzoeken of het mogelijk is om de surveillance af te stemmen op het individuele risico. Daarnaast wordt onderzocht of de tijd tussen twee kijkonderzoeken verlengd kan worden door tussentijds thuis een ontlastingstest te doen. Een gepersonaliseerde aanpak en het gebruik van ontlastingstesten kan de surveillance minder belastend en minder duur maken terwijl er evenveel doden door darmkanker worden voorkomen.

Subsidie toegekend door MLDS

Op 7 december 2022 heeft de Maag Lever Darm Stichting (MLDS) bekendgemaakt welke vier onderzoeksteams dit jaar subsidie ontvangen binnen de subsidielijn Right on Time 2022. De subsidielijn heeft als doel om wetenschappelijk onderzoek te stimuleren dat gericht is op de vroege opsporing van spijsverteringsziekten. Veel ziekten zijn namelijk beter te behandelen als ze in een vroeg stadium worden ontdekt.

De Wetenschappelijke Adviesraad (WAR) van de MLDS, ervaringsdeskundigenpanel en internationale referenten hebben de ingediende onderzoeksvoorstellen beoordeeld. Op basis van de beoordeling, kent MLDS dit jaar subsidie 1 miljoen Euro toe aan de volgende vier onderzoeksprojecten:

  • Vroege opsporing van ernstige darmontstekingen (NEC) en bloedvergiftiging (sepsis) bij premature baby’s. Dr. Tim de Meij – Amsterdam UMC
  • Darmkanker surveillance op maat voor mensen met Lynch syndroom. Dr. Veerle Coupe – Amsterdam UMC
  • Vroege opsporing van NET-tumoren in de alvleesklier. Dr. Lodewijk Brosens – UMC Utrecht
  • Ontwikkeling van een app (MijnLEVERcoach) om ernstige leverproblemen bij leverpatiënten vroegtijdig op te sporen. Dr. Tom Gevers – Maastricht UMC

Bron: MLDS.nl

Patiënten gevraagd voor 3 onderzoeken Lynch-syndroom

In het LUMC doen we veel onderzoek naar het Lynch-syndroom. Dat doen we in het laboratorium, maar ook in samenwerking met de patiënten. We proberen de ziekte en zijn oorzaken beter te begrijpen. Door zorg en onderzoek zoveel mogelijk te combineren, zorgen we dat u zo snel mogelijk van de nieuwste ontwikkelingen kunt profiteren.

Patiëntgebonden onderzoek

Een groot deel van ons onderzoek naar het Lynch-syndroom kunnen we niet verrichten zonder de hulp van onze patiënten. We stellen het daarom erg op prijs wanneer u mee wilt doen met een onderzoek.

Het klinische onderzoek naar het Lynch-syndroom is zeer breed. Er vindt onderzoek plaats naar kanker en de onderliggende factoren die daar effect op hebben. Zo wordt er onder meer gekeken naar de vroege opsporing van darm- en baarmoederkanker, hoe zo’n tumor er precies uitziet en wat de kans op het ontstaan van kanker vergroot. Ook wordt het erfelijk materiaal van patiënten met het Lynch-syndroom bestudeerd.

Het LUMC doet mee aan een aantal (inter)nationale studies. Ook voeren wij onze eigen onderzoeken uit. Een van die onderzoeken is gericht op patiënten bij wie een mutatie is aangetroffen in het PMS2- of het MSH6-gen. Het doel van dit onderzoek is het beter in kaart brengen van de risico’s van deze patiënten op het daadwerkelijk krijgen van darm- of baarmoederkanker.

Een ander onderzoek richt zich op het identificeren van eigenschappen van kankergezwellen in patiënten met het Lynch-syndroom. We willen onderzoeken of die eigenschappen gevolgen hebben voor de behandeling en het verloop van de ziekte.

Als patiënt kan het meedoen aan wetenschappelijk onderzoek voordelen met zich meebrengen. Zo lopen er in het LUMC regelmatig zogeheten clinical trials. Dit zijn studies naar bijvoorbeeld nieuwe geneesmiddelen, die mogelijk beter werken dan de huidige behandelingen. Het kan zijn dat we vragen of u hier aan mee wilt doen, maar u mag er uiteraard ook zelf naar informeren. De arts zal u in elk geval over deze studies voorlichten. We informeren u uitvoerig en u krijgt altijd de tijd om eerst goed na te denken over deelname. Als u meedoet met een onderzoek, is dat altijd op vrijwillige basis. Dat betekent dat u er ook op ieder moment mee kunt stoppen als u dat wilt.

Onderzoek in het laboratorium

In het laboratorium wordt ook onderzoek gedaan naar het Lynch-syndroom. Zo worden de specifieke veranderingen op DNA-niveau, eiwitniveau en celniveau in kaart gebracht. Op deze manier hopen we de oorzaken achter het Lynch-syndroom beter te begrijpen.

Er wordt onder meer onderzoek gedaan naar veranderingen in genen waarvan niet zeker is of deze wel of niet een verhoogd risico op kanker geven. Deze mutaties worden bij een deel van de patiënten gevonden die mogelijk het Lynch-syndroom hebben.

Onderzoek naar het Lynch-syndroom binnen de profileringsgebieden

Het LUMC heeft 7 profileringsgebieden: medische onderzoeksgebieden waarin we voorop willen lopen. Het onderzoek naar het Lynch-syndroom maakt onderdeel uit van het profileringsgebied Cancer Pathogenesis and Therapy. In een profileringsgebied werken meerdere specialismen met elkaar samen. Juist deze intensieve samenwerking tussen verschillende disciplines leidt vaak tot nieuwe inzichten, doordat onderzoeken vanuit verschillende invalshoeken worden benaderd.

Elke twee weken komen onderzoekers van verschillende afdelingen – zoals klinische genetica en pathologie – samen om elkaar op de hoogte te stellen van nieuwe onderzoeksresultaten. Door continu kennis met elkaar uit te wisselen, begrijpen we het Lynch-syndroom steeds beter en kunnen we de zorg verder verbeteren. Waar doen we momenteel onderzoek naar? DOE MEE!

Waar doet LUMC momenteel onderzoek naar?

1. Klinische en tumorkenmerken bij mutaties in het PMS2- en MHS6-gen

Tot nu toe is minder bekend over de kankerrisico’s voor mensen met een verandering in het PMS2- of MSH6-gen dan voor mensen met een mutatie in het MLH1- of MSH2-gen. We hebben namelijk alleen nog maar onderzoek kunnen doen in een beperkt aantal families. Hieruit blijkt dat het risico op het ontwikkelen van kanker voor een Lynch-patiënt met een mutatie in het MSH6- en PMS2-gen lager is dan voor een Lynch patiënten met een MLH1- of MSH2-mutatie. Wat we nog niet goed begrijpen, is waarom de ene persoon met een PMS2- of MSH6-mutatie wel kanker krijgt, en de andere persoon niet.

In het onderzoek verzamelen we families in Nederland met een PMS2- of MSH6-mutatie. Het onderzoek naar de PMS2-mutatie is al een aantal jaren bezig. We zijn in 2017 gestart met het onderzoek naar de MSH6-mutatie. Met gegevens over deze groepen kunnen we berekenen hoe groot de kans is op het ontwikkelen van (darm)kanker. Ook kijken we of er nog andere soorten kanker vaker voorkomen in deze families.

De resultaten van deze studie zouden kunnen leiden tot aanpassingen in de richtlijnen voor de definitie van het Lynch-syndroom. Het aantal controles van patiënten kan ook veranderen door deze uitkomsten. Ook onderzoeken wij of andere genetische factoren de kans op het krijgen van kanker vergroten bij iemand met het Lynch-syndroom.

Tenslotte doen we onderzoek in het weefsel van darmkankerpatiënten met een PMS2- of MSH6-mutatie. Wanneer er bij een patiënt darmkankerweefsel is verwijderd, dan kunnen we dit weefsel gebruiken voor wetenschappelijk onderzoek. Er wordt dan naar de kenmerken van de kanker gekeken. Inzicht in de kenmerken van tumoren kunnen van belang zijn voor de behandeling en het voorspellen van het ziekteverloop.

Bent u drager van een MSH6- of PMS2-mutatie en doet u nog niet mee aan ons onderzoek? Dan kunt u contact opnemen met de afdeling Klinische Genetica via telefoonnummer 071 – 526 80 33 of door een mail te sturen  aan darmkanker_onderzoek@lumc.nl onder vermelding van PMS2-onderzoek of MSH6-onderzoek.

U krijgt dan een informatiebrief thuis, waarmee u zich ook op kunt geven voor het onderzoek. Na uw toestemming vragen wij uw medische gegevens en/of weefselmateriaal op. Hiervoor hoeft u niks te doen.

2. Onderzoek naar Variant of Unclassified Significance (VUS) in Lynch-syndroom

Bij dit onderzoek kijken we naar specifieke veranderingen op DNA-niveau die zorgen voor het Lynch-syndroom. Het gaat om ‘varianten’, oftewel veranderingen in het DNA waarvan niet zeker is of deze wel of niet een verhoogd risico op kanker geven. Het is belangrijk om met wetenschappelijk onderzoek duidelijk te maken of een van deze varianten wel een groter risico op kanker geeft, zodat een Lynch-patiënt en diens familie goede informatie en de juiste controleadviezen krijgt.

Zodra een variant bij een patiënt is gevonden, dan onderzoeken we deze DNA-verandering.  Een reageerbuistest zorgt ervoor dat de onschuldige en ziekteverwekkende mutaties van elkaar zijn te  onderscheiden.

Voor vragen over dit onderzoek kunt u contact opnemen de betrokken onderzoekers (onder wie dr. N. de Wind) via darmkanker_onderzoek@lumc.nl.

3. Basaal onderzoek naar de functie van Lynch-syndroom-genen

Dit onderzoek vindt plaats bij de afdeling Humane Genetica onder leiding van dr. N. de Wind en richt zich op de werking van de MSH2-, MSH6-, MLH1- en PMS2-genen. Ook onderzoeken we waarom het Lynch-syndroom meestal beperkt is tot het ontwikkelen van kanker in de darm en de baarmoeder, en niet in andere organen. De hypothese is dat dit te maken heeft met de blootstelling van de darm en het baarmoederslijmvlies aan kankerverwekkende stoffen. Dit gebeurt onder meer door het nuttigen van voeding. Een beter begrip hiervan kan leiden tot betere preventie en behandeling van het Lynch-syndroom.

Voor vragen over dit onderzoek kunt u contact opnemen de betrokken onderzoekers (onder wie dr. N. de Wind) via darmkanker_onderzoek@lumc.nl.